Bezittelijke Voornaamwoorden
Los adjetivos posesivos son de dos tipos: los que se colocan antes del sustantivo y los que se colocan después del sustantivo. Je hebt dus bezittelijke vnw die je vóór het zelfst nw zet (mi libro) en vnwn die je eráchter kunt plakken (el libro mío) wat een beetje meer drama geeft (tamdamdàààm). [colocar = plaatsen - denk aan collocatie]
bezittelijke voornaamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord worden gezet.
mi, mis
tu, tus
su, sus
nuestro/-os, nuestra/-as
vuestro/-os, vuestra/-as
su, su
één persoon kan vele boeken hebben. "mijn boek - mijn boeken" - in Spaans (als in het Frans...) "mi libro, mis libros"
Ejemplos:
Mira, tú tienes tu dinero y yo tengo mi dinero. [mira = "kijk"]
Sus padres son españoles.
Nuestra casa es amarilla.
Vuestra idea es muy buena.
de bezittelijke voornaamwoorden die je achteraan het zelfstandig naamwoord zet
mío, míos; mía, mías
tuyo, tuyos; tuya, tuyas
suyo, suyos; suya, suyas
nuestro, nuestros; nuestra, nuestras
vuestro, vuestros; vuestra, vuestras
suyo, suyos; suya, suyas
in de drie eerste persoonsvormen (ik, jij, hij en wij,jullie,zij) is er gender-verschil
Ejemplos:
¡Esas son las fotos mías! [hey, dit zijn MIJN foto's] men voélt drama, hé ?
¡Hijo mío! ¿Dónde has estado?
Padre nuestro, que estás en los cielos... [onze Vader die in de Hemelen zijt]
Maak jouw eigen website met JouwWeb