Tellen & Rekenen (contar y calcular - aritmética)
0 cero
1 uno 11 once
2 dos 12 doce 20 veinte 21 veintiuno
3 tres 13 trece 30 treinta 31 treinta y uno
4 cuatro 14 catorce 40 cuarenta
5 cinco 15 quince 50 cincuenta
6 seis 16 dieciséis 60 sesenta
7 siete 17 diecisiete 70 setenta
8 ocho 18 dieciocho 80 ochenta
9 nueve 19 diecinueve 90 noventa 100 ciento / cien 200 doscientos (-as)
voetnoot 1: ciento blijft ciento als er een telwoord volgt; ciento cincuenta hombres,-- zonder telwoord valt de eind- 'to' weg: cien pesetas, cien flores, cien hombres, los cien mejores libros, cien chicas ** geldt enkel voor honderd. Vanaf 101 is 't al terug ciento 101 = ciento uno perros.
voetnoot 2: 200 enz... volgen geslacht. trescientas dos ollitas con grasa, puestas en la mesa ( 302 pottekes met vet, op tàààfel gezet) quinientas tres ollitas con grasa, puestas en la mesa (503 pottekes met vet, op taàààfel gezet) seiscientas veintitrés (623) ollitas con grasa, puestas en la mesa (623 pottekes met vet, op tààà-hààfel gezet)
olla is pot - ollita is potje
"puestas" van het ww poner - plaatsen. puestas = geplaatst ("-as" want vr en mv).
DE RANGTELWOORDEN (los números ordinales - los ordinales - el ordinal)
primero/a - eerste (vóór een mannelijk zelfst nw verliest den primero zijn eind -o) - el primer hombre
segundo/a - tweede
tercero/a - derde (ook hier, o-castratie voor tercero vóór een mannelijk zelfst nw) - el tercer libro
cuarto/a - vierde (al de rest, ook segundo, blijft ongenaakt)
quinto/a - vijfde
sexto/a - zesde
séptimo/a - zevende
octavo/a - achtste
noveno/a - negende
décimo/a - tiende
Maak jouw eigen website met JouwWeb